BMX’ster Manon Veenstra wil volgend jaar naar Olympische Spelen
Bron: Hoogeveensche Courant
Ze is nog net niet op de pedalen geboren, maar wie haar in actie ziet kan daar nog wel eens aan gaan twijfelen. BMX’ster Manon Veenstra (22) uit Kerkenveld streeft haar dromen na en wil volgend jaar naar de Olympische Spelen in Tokio. Met haar doorzettingsvermogen gaat haar dat vast en zeker lukken.
Nog maar 18 jaar was ze toen ze eens rond ging kijken naar een goede trainer. Grenzen speelden geen rol. Ze stuitte daar op trainer Matt Cameron en dat klikte meteen. „Hij woont in Nieuw-Zeeland”, zegt Manon lachend. ,,Ja, mijn ouders sputterden eerst wel even tegen. Helemaal naar de andere kant van de wereld, maar ik wilde het en ben eigenlijk blind op het vliegtuig gestapt. In eerste instantie voor zeven weken. Ik had niks te verliezen dus ik ging gewoon. Toen ik daar was bleken we een goede klik te hebben en zijn visie op het BMX’en past goed bij dat van mij. We denken allebei ‘out of the box’ en we geloven allebei heel erg in geestelijke stimulans. Hij laat met dingen zien die ik nooit ontdekt zou hebben. Hij motiveert me enorm. Als je iets wilt en je gelooft erin dan lukt je dat ook.”
En dat is precies de instelling die ze heeft voor de Olympische Spelen in Tokio volgend jaar. „Ik moet zo denken om het te halen. Alles hangt af van de uitslagen van de wedstrijden komend voorjaar. Of ik dit jaar heen gegaan zou zijn? Daar kan ik echt niks over zeggen, want dat was van heel veel factoren afhankelijk. Veel wedstrijden werden afgelast in verband met het coronavirus. Ik zat tijdens de lock-down in Nieuw-Zeeland en ik mocht het huis niet uit. Zes weken lang niet. Hier mocht iedereen dat wel en hier zitten we nu middenin de tweede golf. In Nieuw-Zeeland is er geen corona meer, maar iedereen die er niet woont of vandaan komt, mag het land jammer genoeg niet in.”
En dus moet Manon ‘overwinteren’ in haar eigen koude kikkerlandje. Aan de ene kant vindt ze dat jammer, maar aan de andere kant ziet ze ook kansen. „Ik heb een tijd last gehad van een rugblessure, een zogenoemde ‘bolding disk’. Dat is een kleine uitstulping bij mijn ruggenwervel. De eerste twee jaar wist ik niet wat het was en heb ik veel testen gedaan. De wervel kan natuurlijk niet herstellen als je herhaaldelijk hetzelfde blijft doen en ik kan mijn trainingen er nu wel op aanpassen. Ook ga ik naar de sportschool voor oefeningen, bezoek ik een fysiotherapeut en werk ik nu veel bepaalde technieken. Starten bijvoorbeeld vergt een bepaalde techniek. Dat vind ik nog lastig. Als ik eenmaal op de fiets zit dan lukt me alles goed want ik heb de techniek van het BMX’en goed onder controle. Nu ik niet naar Nieuw-Zeeland kan om te trainen, kan ik overal goed aan werken.”
Manon is aangesloten bij een Frans BMX-team en ze traint veel in Papendal en in Kampen. Ook werkt ze in de zorg om haar dure hobby te kunnen bekostigen. Een ding scheelt: van haar team ontvangt ze een keer per jaar een nieuwe fiets. Geen overbodige luxe, want die heeft nogal wat te verduren tijdens de trainingen. Bult op, bult af. Zo hard als ze kan. „Dat is wat ik zo mooi vind aan BMX’en. De kick die je ervan krijgt. Het is een sport met risico’s, maar dat geldt voor zoveel dingen in het leven. Eigenlijk vind ik de meeste sporten erg leuk omdat ik bloedfanatiek ben en ik altijd wil winnen”, vertelt ze met een grote glimlach. ,,Daar worden mijn vrienden wel eens moe van, want alleen een spelletje spelen met ze is eigenlijk al niet leuk.”
Manon is na 20 jaar BMX’en zo ongeveer vergroeid met haar fietsen. „Ik begon op mijn tweede. Ik ging met mijn broer mee naar training omdat mijn vader nachtdienst had. Ik deed mee en vond het meteen geweldig. Mijn broer is inmiddels jarenlang gestopt en ik ben een internationale rijder. Het kan vreemd lopen, vind je niet?”
Zonder de steun van familie en vrienden is ze nergens. „Daar ben ik ook heel dankbaar voor. Ik ben overal geweest: Nieuw Zeeland, Argentinië, Schotland en ga zo maar door. Als ik onderweg ben naar een wedstrijd of ik ben aan het rijden tijdens een EK of WK dan probeer ik daar echt van te genieten. Dan denk ik bij mezelf: besef nu wel wat je aan het doen bent!”